Controllo delle riprese, Ricerca all’indietro o, Registrazione di scene in controluce – Panasonic NVDS5EG Manuale d'uso
Pagina 34: H tenete premuto il tasto di, Compensazione al controluce, Per tornare alla normale modo di ripresa, Controleren of het beeid is, 1 druk kortstondlg op de, Opnemen van scènes met tegenlicht, H houd de tegenlichttoets [>■] ingedrukt
Attenzione! Il testo di questo documento è stato raddrizzato automaticamente. Per vedere il documento originale, puoi usare la "Modalità originale".

r
0
‘r.-vV ■îi
l
ITALIANO
NEDERLANDS
Controllo delle riprese
(Controllo della registrazione)
Per riprodurre la scena finale (pochi secondi) deirulfima
registfàzionè effèttuàta. E’ una funzione attivabile dal
Modo di Pausa di Ripresa.
1
Mentre vi trovate in Pausa di Ripresa,
premete per un attimo ii tasto di
Ricerca all’indietro O-
Apparirà l’ipdicazione [CHK] Qt
Dopo il cohtrolio, la movie tornerà in Pausa di Ripresa.
♦ Per controllare le ultime scene è bene la movie si trovi
nello stesso modo (SP o LP) in cui erano state
registrate. Se la movie si trova nell’altro modo, le
immagini verranno;riprodotte distorte.
Registrazione di scene in
controluce
(Compensazione al controluce)
I soggetti ripresi in controluceirisultano molto scuri.
(Un soggetto in controluce è un soggetto illuminato alle
spalle da una forte sorgente luminosa.)
H Tenete premuto il tasto di
Compensazione al controluce [>].
II controluce verrà compensato fin tanto che terrete il
tasto premuto. L’immagine verrà complessivamente
schiarita e, come risultato, il soggetto non risulterà scuro.
Per tornare alla normale modo di ripresa
Lasciate il tasto di Compensazione al controluce [►].
32
Controleren of het beeid is
OpgenOmen
(opname-controlefunctle)
Met deze functie kunt u de laatste paar seconden van de
laatst opgenpmen scène weergeveniervyijl de
camerarecorder in de opnamepauzefunctie Staat.
1
Druk kortstondlg op de
achtèruitzoektoéts
O
terwijl de
camerarecorder in de
opnamepauzefunctie Staat.
De [CHK] indicatie wordt afgebeeld Q.
Na het controleren zai de camerarecorder automatisch
weer in de opnamepauzefunctie worden gezet.
♦ Gebruik voor het controleren van de laatst opgenomen
scène dezelfde opnamesnelheidfunctie (SP of LP) die
u bi] het opnemen gebruikte. Als u de andere
opnamesnelheidfunctie gebruikt, zai het
weergavebeeld vervormd zijn.
Opnemen van scènes met
tegenlicht
(tegenilchtcdmpènàatléfunctie)
Met deze functie kunt u voorkomen dat een onderwerp
dat van achteren wordt belicht zeer donker wordt
opgenomen.
(Met tegenlicht wordt licht bedoeid dat van achteren op
het ondenwerp valt.)
H
Houd de tegenlichttoets [>■] ingedrukt.
Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt het tegenlicht
gecompenseerd en het onderwerp helderder
opgenomen.
(Het gehele beeid wordt helderder opgenomen.)
Terugkeren naar normaal opnemen
Laat de tegenlichttoets [►] los.