Modo sport, Modo ritratto, Modo a bassa luminosità – Panasonic NVEX3EG Manuale d'uso
Pagina 42: Modo spettacolo, Modo soie e neve, Spoitfunctie, Portretfunctie, Onderbelichtingsfunctie, Schijnwerperfunctie, Strand-en-sneeuwfunctie
Attenzione! Il testo di questo documento è stato raddrizzato automaticamente. Per vedere il documento originale, puoi usare la "Modalità originale".

ITALIANO
NEDERLANDS
Mentre è selezionato uno del Programmi di Esposizione
automatica, non è possibile regolare la velocità dell’otturatore
(•♦ 55)
0
il valore di diaframma (■♦ 56).
Modo Sport
•Le scene girate nel modo Sport possono essere riviste al
rallentatore e in fermoimmagine con estrema definizione e
ricchezza di dettagli.
• Durante la normale riproduzione i movimenti neH’immagine
potrebbero non essere omogenei.
• E’ bene evitare le riprese in questo modo se le scene sono
illuminate da lampade fluorescenti, a vapori di mercurio o di
natrio. In riproduzione le immagini potrebbero essere
instabili nella luminosità e nel colore.
•Se le immagini sono state riprese con una forte
illuminazione o in presenza di molti riflessi, in riproduzione
potrebbero contenere raggi di luce verticali.
•Quando l'illuminazione non è sufficiente, lampeggia
l’indicazione [ ^ ].
• Se le riprese vengono effettuate in interni, le immagini in
riproduzione potrebbero presentare sfarfallio.
•Non è possibile utilizzare il modo Sport [ ^ ] assieme al
modo Guadagno [GAINUP].
• Se utilizzate la funzione di Registrazione di istantanee in
sequenza, mentre è attivo il modo Sport, la luminosità delle
immagini stili potrebbe non essere costante.
Modo Ritratto
• Se le riprese vengono effettuate in interni, le immagini in
riproduzione potrebbero presentare sfarfallio.
• Non è possibile utilizzare il modo Ritratto [ 4'^] assieme al
modo Guadagno [GAINUP].
•Se utilizzate la funzione di Registrazione di istantanee in
sequenza, mentre è attivo ii modo Ritratto, la luminosità
delle immagini stili potrebbe non essere costante.
Modo a Bassa luminosità
• In condizioni di luminosità troppo scarsa potrebbe non
essere possibile aumentare a sufficienza la luminosità
dell’Immagine.
Modo Spettacolo
•Quando viene utilizzato questo modo, le immagini registrate
possono risultare molto scure.
•Se il soggetto è estremamente illuminato, l’immagine
registrata può risultare sbiadita.
Modo Soie e Neve
•Se il soggetto è estremamente illuminato, l’immagine
registrata può risultare sbiadita.
42
Het is niet mogelijk de sluitersnelheid (-> 55) of het
diafragmagetal (■♦ 56) in te stellen terwijl een van de
automatische belichtingsfuncties is gekozen.
Spoitfunctie
•Wanneer u scènes opgenomen in de sportfunctie weergeeft,
kunt u slow motion-weergave en beeld-voor-beeld-weergave
van zeer scherpe beeiden met schitterende details krijgen.
•Tijdens normale weergave is het mogelijk dat de
bewegingen in het beeid niet soepel verlopen.
•Voorkom het opnemen in deze functie onder tl-buizen,
kwikdamplampen of natriumlampen, omdat de kleur en
helderheid van het weergavebeeld kunnen varièren.
•Wanneer u onderwerpen opneemt die sterk zijn belicht of
veel licht reflecteren, kan het weergavebeeld verticale
llchtstrepen bevatten.
•Wanneer de scène onvoldoende belicht is, zai de [ ^ ]
indicàtìè knipperen.
•Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld flikkeren.
•Het is niet mogelijk de sportfunctie [ iS, ] tezamen met de
onderbelichting-compensatiefunctie [GAINUP] te gebruiken.
•Wanneer u momentopnamen opneemt in de progressieve
photoshotfunctie terwijl de sportfunctie in werking is, kan de
helderheid van de momentopnamen fluctueren.
Portretfunctie
•Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld flikkeren.
• Het is niet mogelijk de portretfunctie [¿j^] tezamen met de
onderbelichting-compensatiefunctie [GAINUP] te gebruiken.
•Wanneer u momentopnamen opneemt in de progressieve
photoshotfunctie terwijl de portretfunctie in werking is, kan
de helderheid van de momentopnamen fluctueren.
Onderbelichtingsfunctie
• Het kan onmogelijk zijn bijzonder donkere scènes voldoende
beider te maken.
Schijnwerperfunctie
•Wanneer u deze functie gebruikt kan het opgenomen beeid
bijzonder donke’r zijn.
•Wanneer een onderwerp bijzonder beider is, is het mogelijk
dat het opgenomen beeid witachtig is.
Strand-en-sneeuwfunctie
•Wanneer een onderwerp bijzonder beider is, is het mogelijk
dat het opgenomen beeid witachtig is.