Panasonic NVDS35EG Manuale d'uso
Pagina 77
Attenzione! Il testo di questo documento è stato raddrizzato automaticamente. Per vedere il documento originale, puoi usare la "Modalità originale".

ITALIANO
NEDERLANDS
• Se si attiva la funzione di raffreddamento della stampante
video e la velocità di stampa rallenta, la funzione di Stampa
automatica potrebbe interrompersi. In tal caso è necessario
impostare di nuovo su [YES] la funzione [AUTO PRINT] del
sottomenu [OTHER FUNCTIONS] sul menu principale [VCR
FUNCTIONS],
• Se sostituite la cartuccia dell’Inchiostro durante la stampa, la
stessa immagine potrebbe essere stampata due volte.
• Se vengono registrate più immagini Stili in successione nel
modo Photoshot, alcune di esse potrebbero essere saltate in
fase di stampa.
• Prima di memorizzare un’immagine nella stampante video,
premete il tasto [OSD] sul telecomando della movie (-• 66) e
cancellate qualsiasi indicazione dalle immagini. In caso
contrario, sull’Immagine verranno stampate anche le
indicazioni del confanastro e le indicazioni di funzione.
• L’indicazione [PRINTER ERROR] appare in diverse
occasioni: quando la movie non è collegata correttamente
alla stampante video, oppure quando la cartuccia
dell’Inchiostro e/o la carta sono esaurite o non sono inserite
nella stampante video.
•Sulle immagini stili catturate con la registrazione di
istantanee in sequenza non vengono registrati segnali
indicizzati. Per questo motivo non è possibile la stampa
automatica di queste immagini.
• Se selezionate una delle 9 immagini visualizzate nel modo
Multi-Picture Strobo e cercate di stamparla con la funzione
di Stampa Automatica, la movie potrebbe non trovare con
precisione la sua posizione sul nastro e, di conseguenza,
l’immagine stampata potrebbe essere leggermente differente
dall’Immagine visualizzata sullo schermo.
• Nei casi che seguono, durante la Stampa Automatica,
alcune immagini potrebbero venire saltate.
•Se stampate immagini Stili registrate nel modo Photoshot
con movie di altre marche
•Se spegnete e riaccendete la movie più volte (almeno 3
volte) tra la registrazione di due immagini Stili nel modo
Photoshot.
•Se registrate un’immagine Stili nel modo Photoshot su un
punto del nastro dove era registrata in precedenza un’altra
istantanea Photoshot.
•Se tra la registrazione di due immagini Stili nel modo
Photoshot, selezionate una diversa velocità del nastro
(SP/LP).
•In corrispondenza della prima immagine da stampare.
• Un’immagine registrata in prossimità dell’inizio del nastro
potrebbe non essere stampata.
•Wanneer de afkoelfunctie van de Videoprinter in werking is
getreden en de afdruksnelheid lager wordt, is het mogelijk
dat het automatisch afdrukken stopt. In dit geval stelt u het
item [AUTO PRINT] op het [OTHER FUNCTIONS] submenu
van het [VCR FUNCTIONS] hoofdmenu nogmaals in op
[YES].
•Als u de inktcartridge of het afdrukpapier tijdens het
afdrukken vervangt, is het mogelijk dat bepaaide
momentopnamen tweemaal worden afgedrukt.
•Als momentopnamen direct achter elkaar worden
opgenomen, is het mogelijk dat bepaaide momentopnamen
bij het afdrukken worden overgeslagen.
•Alvorens u een momentopname in het geheugen van de
Videoprinter opslaat, drukt u op de [OSD] toets op de
afstandsbediening 66) van de camerarecorder zodat de
indicaties niet in de momentopname worden afgebeeld. Als
u dit niet doet zullen de bandtellerindicatie en functie-
indicaties die in de momentopname worden afgebeeld,
tevens op het afdrukpapier worden afgedrukt.
• De [PRINTER ERROR]
indicatie wordt afgebeeld wanneer
de Printer niet juist is aangesloten op Videoprinter, of
wanneer het inktpatroon en/of het papier in de Videoprinter
niet zijn geplaatst of op zijn.
•Aangezien indexsignalen niet worden opgenomen met de
momentopnamen in de opeenvolgende-
momentopnamefunctie, is automatisch afdrukken van deze
momentopnamen niet mogelijk.
•Als u een van de 9 kleine beeiden kiest die in de strobe-
meervoudig-beeidfunctie worden weergegeven en dit in de
automatische afdrukfunctie wiit afdrukken, is het mogelijk dat
de bandpositie van het gekozen beeid niet nauwkeurig is
waardoor het afgedrukte beeid iets anders kan zijn dan het
beeid dat op het scherm wordt weergegeven.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat bepaaide
momentopnamen worden overgeslagen wanneer u met de
automatische afdrukfunctie afdrukt.
•wanneer u momentopnamen opgenomen in de
momentopnamefunctie op een camerarecorder van een
ander merk afdrukt.
•wanneer u de camerarecorder meerdere keren
(3 keer of meer) in- en uitschakelt tussen het opnemen
van twee momentopnamen in de momentopnamefunctie.
•wanneer u een momentopname opneemt in de
momentopnamefunctie op een banddeel waarop reeds
eerder een momentopname in de momentopnamefunctie
werd opgenomen.
•wanneer u een andere opnamesnelheid kiest (SP of LP)
tussen het opnemen van twee momentopnamen in de
momentopnamefunctie.
•bij de eerste af te drukken momentopname.
• Het is mogelijk dat een beeid dat zeer dicht bij het begin van
de Videoband is opgenomen niet wordt afgedrukt.
77