Panasonic NVS90E - Manuale (Pagina 92)

Come regolare la velocità di otturazione
ed il valore del diaframma
Note:
•Quando si esegue la compensazione de! controluce di
un soggetto, un cielo azzurro, potrebbe diventare
biancastro.
• Nel caso di un controluce estremamente forte,
potrebbe accadere che non si riesca a far risaltare a
sufficienza il soggetto.
•A seconda dell’angolatura della luce solare che c’è
nelle riprese, dei riflessi stellari, potrebbero essere
registrati sulle immagini.
•Quando si eseguono le riprese con un’alta velocità di
otturazione, le immagini riprodotte potrebbero risultare
più scure.
Nella modalità manuale, è possibile eseguire la
regolazione manuale sia della velocità di otturazione che
del diaframma.
1
2
Posizionare su “MNL”.
Premere.
Premendo il pulsante posto nel quadrante [AE] più
volte, si può passare dall’indicazione di velocità di
otturazione Q all’indicazione del valore di
diaframma @.
O Girare.
Nella modalità di velocità di otturazione:
Girandolo in su: La velocità di otturazione
aumenta.
Girandolo in giù: La velocità di otturazione
diminuisce.
Campo di regolazione della velocità di
otturazione: 1/50-1/4000 s
Nella modalità di indicazione del diaframma:
Girandolo in su: L’apertura del diaframma
aumenta.
Girandolo in giù: L’apertura del diaframma
diminuisce.
Campo di regolazione del diaframma:
Chiuso^F16,0...F2,0^Aperto +0 dB...Aperto
+ 18 dB
■ Per ritornare nella normale modalità di ripresa
Riposizionare il quadrante [AE] su “AUTQ”.
Instellen van de sluitersnelheid en
het diafragma
Opmerkingen:
•Wanneer u kompenseert voor tegenlicht bi] het
opnemen van een object, kan een blauwe lucht
witachtig worden.
• In geval van zeer sterk tegenlicht kan het onmogelijk
zijn het object voldoende te belichten.
•Afhankeiijk van de hoek van de zonnestralen tijdens
het opnemen, kunnen stervormige
lichtweerspiegelingen in het beeid opgenomen worden.
•Wanneer u opneemt met een hoge sluitersnelheid, zai
het weergavebeeld er enigszins donkerder uitzien.
In de handbediende functie is het mogelijk zowel de
sluitersnelheid als het diafragma met de hand in te
stellen.
1
Draai naar “MNL”.
2
Indrukken.
Door de toets in de [AE] draaischijf herhaaldelijk in
te drukken, is het mogelijk om te schakelen tussen
de sluitersnelheid indicatie O en de diafragma-
waarde indicatie
0
.
3
Draaien.
In de sluitersnelheid indicatiefunctie:
Qmhoog draaien: De sluitersnelheid wordt
hoger.
Qmlaag draaien: De sluitersnelheid wordt
lager.
Sluitersneiheid-bereik: 1/50-1/4000 sekonde
In de diafragma-waarde indicatiefunctie:
Qmhoog draaien: De diafragma-opening wordt
groter.
Qmlaag draaien: De diafragma-opening wordt
kleiner.
Diafragma-bereik:
Gesloten^FI 6,0.. .F2,0^Geopend
+0 dB...Geopend +18 dB
■ Terugkeren naar de normale opnamefunctie
Draai de [AE] draaischijf naar “AUTO”.
(92)