Panasonic NVMX300EG Manuale d'uso
Pagina 107
Attenzione! Il testo di questo documento è stato raddrizzato automaticamente. Per vedere il documento originale, puoi usare la "Modalità originale".

ITALIANO
NEDERLANDS
• Quando la funzione di raffreddamento della stampante video
si attiva e la velocità di stampa rallenta, la stampa
automatica potrebbe fermarsi. In tal caso, regolate di nuovo
[AUTO PRINT] a [YES],
• Se sostituite la cartuccia dell’Inchiostro durante la stampa, la
stessa immagine potrebbe essere stampata due volte.
• Prima di memorizzare un’immagine nella stampante video,
premete il tasto [OSO] sul telecomando della movie (-» 96) e
cancellate qualsiasi indicazione daiie immagini, in caso
contrario, suH’immagine verranno stampate anche le
indicazioni del contanastro e le indicazioni di funzione.
• L’indicazione [PRINTER ERROR] appare in diverse
occasioni: quando la movie non è collegata correttamente
alla stampante video, oppure quando la cartuccia
dell’Inchiostro e/o la carta sono esaurite o non sono inserite
nella stampante video,
• Se dovete stampare le immagini Mega-Pixel, stampatele
dalla MultiMediaCard in modo da assicurare il mantenimento
della loro qualità.
• Per stampare le immagini, ad eccezione di quelle Mega-
Pixel, si raccomanda di usare la funzione progressive per la
registrazione e di collegare un cavo S-Video alla stampante
video.
•Alcune stampanti potrebbero non essere in grado di
stampare le immagini Mega-Pixel registrate con questa
movie. È disponibile la stampante video (NV-MPD7E).
• Sulle immagini stili catturate con la registrazione di
istantanee in sequenza non vengono registrati segnali
indicizzati. Per questo motivo non è possibile la stampa
automatica di queste immagini.
• Se vengono registrate più immagini Stili in successione nel
modo Photoshot, alcune di esse potrebbero essere saltate in
fase di stampa.
• Nei casi che seguono, durante la Stampa Automatica,
alcune immagini potrebbero venire saltate.
• Se stampate immagini Stili registrate nel modo Photoshot
con movie di altre marche.
• Se spegnete e riaccendete la movie più volte (almeno 3
volte) tra la registrazione di due immagini Stili nel modo
Photoshot.
• Se registrate un’immagine Stili nel modo Photoshot su un
punto del nastro dove era registrata in precedenza un’altra
istantanea Photoshot.
• Se tra la registrazione di due immagini Stili nel modo
Photoshot, selezionate una diversa velocità del nastro (SP/
LP).
• In corrispondenza della prima immagine da stampare.
• Un’immagine registrata in prossimità dell’Inizio del nastro
potrebbe non essere stampata.
• Le immagini editate o composte con una stampante video
(NV-MPD1E, NV-MPD5E, NV-MPD7E) possono essere
registrate su una scheda, ma non possono più essere
riprodotte con questa movie.
• Con alcune stampanti, potrebbe non essere possibile
stampare le immagini registrate sulla cassetta nel modo
ampio. Per maggiori informazioni, riferitevi alle istruzioni per
l’uso della stampante.
•Wanneer de afkoelfunctie van de Videoprinter in werking is
getreden en de afdruksnelheid lager wordt, kan het
automatisch afdrukken stoppen. Als dit gebeurt, stel dan
[AUTO PRINT] nogmaals in op [YES].
•Als u de inktcartridge of het afdrukpapier tijdens het
afdrukken vervangt, is het mogelijk dat bepaalde
momentopnamen tweemaal worden afgedrukt.
•Alvorens u een momentopname in het geheugen van de
Videoprinter opslaat, drukt u op de [OSD] toets op de
afstandsbediening (-» 96) van de camerarecorder zodat de
indicaties niet in de momentopname worden afgebeeld. Ais
u dit niet doet zullen de bandtellerindicatie en functie-
indicaties die in de momentopname worden afgebeeid,
tevens op het afdrukpapier worden afgedrukt.
• De [PRINTER ERROR]
indicatie wordt afgebeeld wanneer
de Printer niet juist is aangesloten op een Videoprinter, of
wanneer hef inktpatroon en/of het papier in de Videoprinter
niet zi]n geplaatst of op zijn.
•Wanneer u mega-beeldpunt beeiden wilt afdrukken, moet u
deze van de MultiMediaCard afdrukken om te verzekeren
dat hun beeldkwaliteit gehandhaafd zai blijven.
•Wanneer u andere dan mega-beeldpunt beeiden opneemt
om later af te drukken, is het aan te raden dat u voor het
opnemen de progressieve functie gebruikt, en dat u de S-
Videokabel gebruikt voor de verbinding met de Videoprinter.
• De mega-beeldpunt beeiden die met deze camerarecorder
werden opgenomen kunnen op sommige Printers niet
worden afgedrukt. Afdrukken is mogelijk op de videoprinfer
(NV-MPD7E).
•Aangezien indexsignalen niet worden opgenomen met de
momentopnamen in de opeenvolgende-
momentopnamefunctie, is automatisch afdrukken van deze
momentopnamen niet mogelijk.
•Als momentopnamen direct achter elkaar worden
opgenomen, is het mogelijk dat bepaalde momentopnamen
bij het afdrukken worden overgeslagen.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat bepaalde
momentopnamen worden overgeslagen wanneer u met de
automatische afdrukfunctie afdrukt.
• wanneer u momentopnamen opgenomen in de
momentopnamefunctie op een camerarecorder van een
ander merk afdrukt.
• wanneer u de camerarecorder meerdere keren (3 keer of
meer) in- en uitschakeit tussen het opnemen van twee
momentopnamen in de momentopnamefunctie.
•wanneer u een momentopname opneemt in de
momentopnamefunctie op een banddeel waarop reeds
eerder een momentopname in de momentopnamefunctie
werd opgenomen.
• wanneer u een andere opnamesnelheid kiest (SP/LP)
tussen het opnemen van twee momentopnamen in de
momentopnamefunctie.
• bij de eerste af te drukken momentopname.
• Het is mogelijk dat een beeid dat zeer dicht bi] het begin van
de Videoband is opgenomen niet wordt afgedrukt.
• Beeiden die u op een Videoprinter (NV-MPD1E, NV-MPD5E,
NV-MPD7E) hebt bewerkt of samengesteld, kunnen op de
kaart worden opgenomen maar kunnen niet meer op deze
camerarecorder worden weergegeven.
• Beeiden die met de breedbeeidfunctie op de videocassette
werden opgenomen, kunnen op sommige printers niet
worden afgedrukt. Zie de gebruiksaanwijzing van uw printer
voor vordere informatie.
107