Panasonic NVMX7 - Manuale (Pagina 61)

Regolazione manuale del diaframma
(Valore F)
Regolando manualmente la compensazione del diaframma
(Valore F) è possibile aggiungere effetti particolari o registrare
in particolari condizioni di illuminazione.
1
Impostate su [MNL] il selettore del modo di ripresa.
Apparirà l’indicazione [MNL],
2
Premete la ghiera [PUSH] finché non appare
l’indicazione [F].
Premendo ripetutamente la ghiera [PUSH], si possono
selezionare in successione le indicazioni del diaframma
(numero F), del bilanciamento del bianco manuale
(-♦ 57) e della velocità dell’otturatore (-» 60).
3
Ruotate il selettore [PUSH] regolare il
diaframma.
Possibilità di regolazione
DA “CLOSE” (Chiuso) —» F16...F2.0 —>
OP (Aperto) +0 dB...OP+18 dB
I vaiori più vicini a [CLOSE] corrispondono a immagini più
scure.
I valori più vicini a [OP+18 dB] corrispondono a immagini più
chiare.
( valori con “+dB” indicano il valore di guadagno. Valori troppo
alti diminuiscono la qualità di immagine.
Per tornare al normale valore di compensazione dei
diaframma (Valore F)
Regolate l’interruttore di selezione modo su [AUTO].
•Aumentando il valore di guadagno, aumenta anche la grana
deH’immagine.
• In corrispondenza di alcuni ingrandimenti dello zoom, alcuni
valori di compensazione del diaframma potrebbero non
essere visualizzati.
•Se regolate manualmente la velocità dello zoom dopo aver
effettuato la regolazione manuale del diaframma, la
regolazione del diaframma tornerà alla modalità automatica.
Per regolare a mano sia il diaframma che la velocità
dell'otturatore, ricordate di regolare per prima la velocità
dell’otturatore. (•* 60)
•Quando si usa il effetto guadagno (-» 49) o uno qualsiasi dei
modi di esposizione automatica programmata (-♦ 47), non è
possibile regolare il diaframma. Se il diaframma è stato
regolato manualmente, questa regolazione si cancella.
61
Handmatìg instellen van het diafragma
(F-getal)
(handmatige diafragma-instelling)
Door het diafragma (F-getal) handmatig in te stellen kunt u
speciale, creatieve effecten bereiken of onder speciale
belichtingsomstandigheden opnemen.
1
Zet de functiekeuzeschakelaar in de stand
[MNL].
De [MNL] indicatie wordt afgebeeld.
2
Druk op de [PUSH] keuzeschijf totdat de
indicatie [F] verschijnt.
U kunt omschakeien tussen de diafragma-indicatie (F-
getal), de handmatige-witbalansindicatie (-» 57) en de
sluitersnelheid-indicatie (■+ 60) door de [PUSH]
keuzeschijf herhaaldelijk in te drukken.
3
Draaì de [PUSH] keuzeschijf om het diafragma
in te stellen.
Bereik van de diafragma-instelling
CLOSE (dicht) —» F16...F2.0 —>
OP (open) -t-0 dB...OP-f 18 dB
Hoe dichter het gekozen diafragmagetal (F-getal) bij [CLOSE]
komt, hoe donkerder het beeid wordt.
Hoe dichter het gekozen diafragmagetal (F-getal) bij
[OP-H
8 dB] komt, hoe helderder het beeid wordt.
De gefallen met “-kdB" geven de onderbelichting-
compensatiewaarden aan. Als u deze waarde te veel
verhoogt, zai de beeldkwaliteit achteruit gaan.
Terugkeren naar de automatische diafragma-instelling
Zet de moduskeuzeschakelaar op [AUTO].
•Door de onderbelichting-compensatiewaarde te verhogen,
wordt tevens de korreligheid van het beeid verhoogd.
•Afhankelljk van de zoomvergroting is het mogelijk dat bepaalde
diafragmagetalien (F-getalIen) niet worden afgebeeld.
•Wanneer u de sluitersnelheid handmatig instelt nadat u het
diafragma handmatig hebt ingesteld, zaI de diafragma-instelling
veränderen naar de automatische diafragma-instelling. Dus als u
zowel de sluitersnelheid als het diafragma handmatig wilt instellen,
zorgt u ervoor eerst de sluitersnelheid in te stellen. (-> 60)
•Wanneer u de Onderbelichting-compensatiefunctie (-» 49) of
een van de geprogrammeerde AE-functies {-* 47) gebruikt,
kan het diafragma niet worden ingesteld. Als het diafragma
handmatig was ingesteld, zai deze instelling worden
geannuleerd.