Panasonic NVMX7 - Manuale (Pagina 56)

Riprese con colori fedeli
(Bilanciamento del bianco)
Questa movie effettua automaticamente la regolazione del
Bilanciamento del bianco, per darvi la certezza che le
immagini vengano riprese con la massima fedeltà dei colori.
Con alcuni tipi di soggetti e in determinate condizioni di
ripresa, il modo automatico potrebbe non essere in grado di
garantire colori fedeli {-♦ 116,117). In questi casi, potete
selezionare uno dei tre modi indicati nel paragrafo che segue
(Interni, Esterni o Ultima impostazione manuale effettuata),
oppure potete ricorrere alla regolazione manuale del
Bilanciamento del bianco. (-►57)
1 Impostate SU [MNL] il selettore del modo di
ripresa.
Apparirà l’indicazione [MNL].
2
Premete la ghiera [PUSH].
Appare l’indicazione [AWB].
3
Girate la ghiera [PUSH] per selezionare il modo
di bilanciamento del bianco.
1 Le modalità cambiano con l’ordine seguente;
O Bilanciamento del bianco automatico [AWB]
e
Ultima impostazione manuale effettuata (-► 57) [tfij]
e
Modo Esterni [i«;-]
O i^odo Interni [-.^-]
(per riprese con lampada a incandescenza)
^Ricordate di togliere il copri-obiettivo prima di mettere su
[ON] l’interruttore di accensione [OFF/ON/MODE]. Se il
copri-obiettivo è ancora inserito al momento dell’accensione,
la regolazione automatica del bilanciamento del bianco
potrebbe non essere precisa.
^Se avete impostato su [GAINUP] la funzione [EFFECT1] del
isottomenu [DIGITAL EFFECT] sul menu principale
¡[CAMERA FUNCTIONS], o se avete impostato su [BA/V] o
i[SEPIA] la funzione [EFFECT2], non sarà possibile
modificare la modalità di bilanciamento del bianco.
Per tornare al Bilanciamento del bianco automatico
Girale la manopola [PUSH] finché non appare l’indicazione
[AWBJ. Oppure, posizionate l’interruttore di selezione modo su
[AUTO].
Opnemen met natuurlijke kleuren
(handmatige witbalansinsteliingfuncties)
Deze Camerarecorder stell de witbalans automatisch in zodat
u ervan verzekerd bent dat de beeiden met natuurlijke kleuren
worden opgenomen. Voor bepaalde soorten onderwerpen en
opname-omstandigheden, echter, is het mogetijk dat deze
automatische witbalansinstelling niet in Staat is natuurlijke
kleuren te garanderen (->116,117). ln dergelijke gevallen
kunt u een van de drie hieronder beschreven
witbalansinstellingsfuncties (de binnenshuisfunctie, de
buitenshuisfunctie of de laatste handmatig Ingestelde
witbalansinstelling) kiezen, of u kunt de witbalans handmatig
instellen (-* 57).
1
Zet de functiekeuzeschakelaar in de Stand
[MNL].
De [MNL] indicatie wordt afgebeeld.
2
Druk de [PUSH] keuzeschijf in.
De [AWB] indicatie wordt afgebeeld.
3
Draai de [PUSH] keuzeschijf om de gewenste
witbalansinstellingsfunctiete kiezen.
De witbalansinsteliingfuncties veränderen in de
onderstaande volgorde:
O Automatische witbalansinstelling [AWB]
© Laatste handmatig ingestelde witbalansinstelling
(-►57)[tAi]
© Buitenshuisfunctie [-;?;-]
O Binnenshuisfunctie [;öc]
(opnemen onder gloeilampbelichting)
•Zorg ervoor dat u de lensdop eraf haalt voordat u de [OFF/
ON/MODE] schakelaar op [ON] zet. Als de lensdop nog op
de lens zit wanneer het [CAMERA] lampje aan gaat, is het
mogelijk dat de automatische witbalansinstelling niet juist is.
•Wanneer u het item [EFFECTIJ op het [DIGITAL EFFECT]
submenu van het [CAMERA FUNCTIONS] hoofdmenu hebt
ingesteld op [GAINUP], of het item [E FFECT2] hebt
ingesteld op [SEPIA] of [B/W], is het niet mogelijk de
witbalansinstellingsfunctie te veränderen;
Terugkeren naar de automatische witbalansinstelling
Draai de [PUSH] keuzeschijf totdat de [AWB] indicatie wordt
afgebeeld, of zet de functiekeuzeschakelaar in de stand [AUTO],