Pioneer MJ-D508 - Manuale (Pagina 16)

Du/It <PRD1045>
16
Display
Display delle Informazioni
1 DISC #
Questo indicatore si accende quando sul display dei caratteri
5 vengono visualizzate informazioni relative al disco (ad
esempio, il titolo del disco).
2 MONO (pag. 43)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di registrazione/riproduzione a doppia durata.
3 A.MARK (pag. 41)
Questo indicatore si accende quando viene selezionata la
funzione di numerazione automatica delle tracce.
4 S.CUT (pag. 29)
Questo indicatore suggerisce che la funzione di eliminazione
degli spazi è attiva.
5 Display dei caratteri
A seconda della modalità attiva, sul display dei caratteri
vengono visualizzate le funzioni del registratore, il titolo del
MiniDisc o di singole tracce così come le informazioni di
tempo del MiniDisc.
6 SYNCHRO (pag. 29)
Questo indicatore si accende quando è attiva la modalità di
registrazione sincronizzata.
7 REHEARSAL (pag. 50, 55)
Questo indicatore si accende durante la fase di monitoraggio
del risultato di un’operazione di editing.
8 TOTAL (pag. 24)
Questo indicatore si accende per indicare che il tempo
visualizzato sul display corrisponde al tempo di riproduzione
trascorso sul disco.
9 REMAIN (pag. 24)
Questo indicatore si accende per indicare che il tempo
visualizzato sul display corrisponde al tempo di riproduzione
residuo sul MiniDisc.
p Display del numero di traccia
Il display del numero di traccia si accende per indicare il
numero complessivo di tracce contenute nel disco.
q ]
Questo indicatore si accende per indicare che il disco
contiene più di 25 tracce.
w REPEAT #1 (pag. 30)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di riproduzione a ripetizione.
1 DISC #
Geeft aan dat het tekstdisplay 5 informatie geeft over de
disc (zoals de naam van de disc).
2 MONO (p. 43)
Brandt tijdens de long-play opname/afspelenstand.
3 A.MARK (p. 41)
Brandt wanneer de automatische muziekstuknummering is
ingeschakeld.
4 S.CUT (p. 29)
Geeft aan dat de ruimtebesparingsfunctie is ingeschakeld.
5 Tekstdisplay
Display geeft de functies van de recorder, de naam van de
MD of van muziekstukken en de tijden van de MD weer,
afhankelijk van de stand van de recorder.
6 SYNCHRO (p. 29)
Brandt wanneer de synchroon-opnamestand is ingeschakeld.
7 REHEARSAL (p. 50, 55)
Brandt wanneer de effecten van een bewerking worden
beluisterd.
8 TOTAL (p. 24)
Brandt om aan te geven dat de actuele weergegeven tijd de
verstreken afspeeltijd van de MD is.
9 REMAIN (p. 24)
Brandt om aan te geven dat de actuele, weergegeven tijd de
resterende afspeeltijd van de MD is.
p Display voor de weergave van de muziekstuknummers
Muziekstuknummers branden om aan te geven hoeveel
muziekstukken er op de MD staan.
q ]
Geeft aan dat er meer dan 25 muziekstukken op de MD staan.
w REPEAT #1 (p. 30)
Brandt wanneer de recorder is ingesteld op herhaald
afspelen.
Wat is wat Componenti
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
21 22 23 24 25
DISC
TRACK
TIME
DATE
TOC
DNR
D.VOL
ANALOG
OPTICAL
1 2 3
COAXIAL
ADLC ALCA MONO A.MARK S.CUT SYNCHRO # 1 REHEARSAL TOTAL REMAIN
REC A B REPEAT 1 #
#
#
#
#
PGM RDM FADER
TIMESKIP MEDLEY
L
dB
R
50 30 20 12 10 6 2 0 OVER
1 2 3 4 5 6 7 8 9 p
q
w
e
d
s a ; o i u y t
r
g
f
j
h
l
k
/