Het gebruik van de ingebouwde videoflits – Panasonic NVGS140 Manuale d'uso
Pagina 92

Opnemen
92
VQT0N38
Het gebruik van de ingebouwde
videoflits
Gebruik de ingebouwde videoflits voor het nemen
van foto’s bij onvoldoende licht.
≥Zet de camera op Opname op tape/Opname
op kaart.
1
Kies [GEAVANCEERD] >> [Flits] >> [
ß] of
[
ßA].
≥Als [
ßA] is geselecteerd, wordt de videoflits
automatisch geactiveerd indien nodig.
2
Druk op [PHOTO SHOT].
≥De videoflits wordt geactiveerd en de foto
wordt genomen.
≥U kunt de ingebouwde videoflits alleen
gebruiken als een kaart in de camera aanwezig
is.
≥Ook als de videoflits is uitgeschakeld, bepaalt
de camera op basis van de
lichtomstandigheden of flitsen noodzakelijk is.
(Als blijkt dat flitslicht noodzakelijk is, gaat het
pictogram [
] geel branden.)
≥Als [
ß] ([ßi]/[ßj]) of [ßA] ([ßAi]/[ßAj])
verschijnt, kan de videoflits worden
ingeschakeld. Als een van bovenstaande
pictogrammen knippert of niet wordt
weergegeven, kan de flitser niet worden
ingeschakeld.
≥Het flitsbereik is circa 1 tot 2,0 meter bij weinig
licht. Als de flitser wordt gebruikt terwijl de
afstand meer dan 2,0 meter bedraagt, worden
de foto’s donker of rood.
≥Als de ingestelde [Flits] >> [
ßA] en
sluitersnelheid, iris of gain-waarde worden
aangepast, kan het pictogram ([
ßA], [ßAi] of
[
ßAj]) verdwijnen en wordt de videoflits niet
ingeschakeld.
≥Bij gebruik van de videoflits wordt de sluitertijd
vast ingesteld van 1/750 seconden of sneller op
1/500 seconden.
≥Bij onvoldoende licht kan de foto wazig blijven.
Stel in dat geval de camera handmatig scherp.
≥De foto kan te donker lijken als de videoflits
wordt gebruikt tegen een witte achtergrond.
≥Een conversielens (optionele) kan de flitser
blokkeren en kan leiden tot vignettering.
≥Gebruik geen flitser in combinatie met het
(optionele) ND-filter.
≥Zet de flitser op [
] als flitslicht niet is
toegestaan.
≥Blokkeer het licht van de flitser niet.
ª
Als u de videoflits niet gebruikt
Kies [GEAVANCEERD] >> [Flits] >> [
].
ª
De helderheid van de videoflits
aanpassen
1
Kies [GEAVANCEERD] >> [Flitsniveau] >>
en selecteer het gewenste
helderheidsniveau.
[
ßj]:
Als de helderheid te hoog is,
verschijnt [
ßj] of [ß
A
j].
[
ßd0]:
Bij een normale opname verschijnt
[
ß] of [ß
A
].
[
ßi]:
Als de helderheid onvoldoende is,
verschijnt [
ßi] of [ß
A
i].
ª
Rode-ogen-reductie
Hiermee voorkomt u dat ogen rood worden door
het flitslicht.
1
Kies [GEAVANCEERD] >> [Rood oog] >>
[AAN].
≥Of rode ogen in uw opnamen voorkomen, hangt
sterk af van de opnameomstandigheden.
ª
Videoflits gebruiken VW-FLH3E
(optioneel)
≥Met de videoflits kunt u bij onvoldoende
lichtomstandigheden foto’s nemen op 2,0 meter
afstand of meer. Het flitsbereik is circa 1 tot
4 meter.
≥Als de videoflits gereed is, verschijnt het
pictogram [
ß].
≥De optionele videoflits en de ingebouwde
videoflits kunnen niet gelijktijdig worden
gebruikt.
≥De helderheid van deze videoflits kan niet
worden aangepast.
≥Sluitertijd, diafragma/gain-waarde en witbalans
liggen vast.
≥Als u de videoflits buitenshuis gebruikt of bij
tegenlicht of ander fel licht, kunnen de opnamen
witte vlekke (kleurvlekken) bevatten. Stel in dat
geval het diafragma handmatig in of gebruik de
functie tegenlichtcompensatie zonder gebruik
van de flits.
≥Lees de handleiding bij de optionele videoflits
zorgvuldig door.
PHOTO
SHOT
VQT0N38DUT.book 92 ページ 2004年11月29日 月曜日 午後4時2分