Nederlands – JVC RX-5062 Manuale d'uso
Pagina 14

12
Nederlands
NL09-13_RX-5062[EN]3.p65
2006.1.20, 11:05 am
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron in het geheugen vastgelegd.
Druk op de toets INPUT ATT (INPUT ANALOG) en houdt deze
ingedrukt zodat de indicator INPUT ATT op de display oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT ON”) en
uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
De naam van een afspeelbron
wijzigen
Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op het
achterpaneel heeft verbonden, moet u de bronnaam veranderen zodat
de juiste naam op het display zal worden getoond.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” tot
“CDR”:
1
Druk op de toets TAPE/CDR (SOURCE NAME).
• Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
2
Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/CDR) en houdt
deze ingedrukt tot “ASSIGN CDR” op de display wordt
weergegeven.
Indien u weer “TAPE” als bronnaam wilt kiezen, moet u de
hierboven beschreven procedure opnieuw uitvoeren.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet heeft veranderd. U krijgt in dat geval echter mogelijk
wat moeilijkheden.
– “TAPE” wordt op het display getoond wanneer u de CD-recorder
kiest.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 11) niet voor de
CD-recorder kiezen.
DIGITAL AUTO
DOLBY DIGITAL
DTS SURROUND
Bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd, kunnen de volgende symptonen voorkomen:
• Geen geluid bij het begin van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken of overslaan van hoofdstukken of
fragmenten.
Druk in dit geval herhaaldelijk op INPUT DIGITAL om
“DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” te kiezen.
• Door iedere druk op INPUT DIGITAL verandert de
ingangsfunctie als volgt:
• Druk herhaaldelijk op ANALOG/DIGITAL op de afstandsbediening
om “DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” te selecteren.
De ingangsmodus verandert met iedere druk op ANALOG/DIGITAL
op de afstandsbediening als volgt:
DIGITAL AUTO
=DOLBY DIGITAL=DTS SURROUND=
ANALOG
=(terug naar het begin)
Wanneer u “DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND” kiest,
zal de DIGITAL AUTO indicator doven en de overeenkomende
indicator van het digitale signaalformaat op het display oplichten.
• Indien het binnenkomende signaal niet overeenkomt met het
gekozen digitale signaalformaat, zal de indicator van het gekozen
digitale signaalformaat knipperen.
Opmerking:
De “DOLBY DIGITAL” en “DTS SURROUND” instellingen worden
geannuleerd en de digitale ingangsfunctie wordt automatisch naar
“DIGITAL AUTO” gesteld wanneer u de stroom uitschakelt of een
andere bron kiest.
Kiezen van de analoge ingangsfunctie
Druk op de toets INPUT ANALOG (of herhaaldelijk op ANALOG/
DIGITAL op de afstandsbediening totdat “ANALOG” op het display
wordt getoond). De ANALOG indicator licht op.
Veranderen van de helderheid van het
display
U kunt het display dimmen.
Druk op de toets DIMMER.
• Door iedere druk op de toets wordt het display afwisselend
gedimd en helder.
Remote
NOT
Remote
NOT
De bediening in een notendop